Lieverkoekjes worden niet gebakken

Ouders hebben vaak moeite met vechtende kinderen, vinden het moeilijk om te blijven kijken hoe ze het onderling oplossen: “Ja maar, ik wil niet dat ze elkaar pijn doen”.

Gordon-trainers kennen deze vorm van verzet natuurlijk, het heeft alles te maken met waarden. Ouders zijn erg bezorgd dat van twee vechtende, spugende, harentrekkende, bijtende kinderen er één zo gehavend uit de strijd komt dat ze er wat van over houden (een vinger kwijt raken, een oog uitgestoken, een oor afgebeten, u kent ze wel). Ouders vinden dat ze grenzen moeten stellen, voor de underdog opkomen, rampen voorkomen en in het ergste geval vinden ze dat kinderen niet horen te vechten, dat kinderen in harmonie samen dienen te leven en te spelen. Wij weten beter. “Shit happens” zeg ik dan. Gordon-trainers weten dat ik hier ook wel actief had kunnen luisteren. Zo’n ouder is misschien gefrustreerd, teleurgesteld, you name it. Maar soms is dat niet eens het geval. Het is een idee-fixe, een oude moraal, een ‘lieverkoekje’.

Lieverkoekjes
Wanneer iemand niet tevreden is met hetgeen men geeft, maar zegt liever iets anders te willen hebben, geeft men wel ten antwoord: liever-koekjes worden niet gebakken of de bakker, die liever -koekjes bakt, is dood of de lieve koekebakker is dood, lieverbroodjes worden niet gebakken.1

Kiezen of delen

Ik kies voor de confrontatie omdat deze ouders anders (nog) niet kunnen kiezen uit de twee andere opties: macht gebruiken (ingrijpen, kinderen uit elkaar houden, straffen) of géén macht gebruiken (voorbeeld geven, overleggen, Gordon-model). Deze keuze, voor (korte termijn) gedragsverandering of (lange termijn) waardeverandering valt vaak nog wel te maken, maar het ‘lieverkoekje’ zit hen in de weg. Het is dan een vorm van passief gedrag dat moet worden omgezet naar assertief gedrag. Ik mag daar graag een aanzet toe geven door te melden dat “Lieverkoekjes niet gebakken worden”. Maar ook “shit happens” is een aardig alternatief. Vervelende dingen gebeuren nu eenmaal, het gaat erom ze niet passief (of agressief) te benaderen, maar assertief. Dus opkomend voor je eigen behoeften, zonder projectie op de ander.

Van de week las ik weer eens het geweldige artikel Twenty alternatives to punishment van Aletha Solter 2. Op nummer 19 staat:

Herzie je verwachtingen
Jonge kinderen hebben sterke gevoelens en behoeften, ze zijn van nature luidruchtig, nieuwsgierig, slordig, koppig, ongeduldig, veeleisend, creatief, vergeetachtig, angstig, egocentrisch en boordevol energie. Probeer ze te aanvaarden zoals ze zijn.

Ouders verwachten iets van hun kinderen, wat ze niet zijn, maar ook niet kúnnen zijn. Bovendien zijn ouders kleinzerig en pietluttig. Ook al zullen jonge kinderen het snel op een huilen zetten, zij zijn er vaak ook als eerste weer overheen, de ouders verbaasd achterlatend.

Gisteren gaf ik mijn groep de opdracht mee om hun waardebotsingen met hun kinderen te inventariseren, en zich daarna bij elk daarvan drie vragen te stellen: “Nou èn?”, “En wat dan nog?” en ten slotte: “Wat zijn je eigen onderliggende behoeften?” Het zijn de vervolgstappen om erachter te komen waarom je vasthoudt aan ‘lieverkoekjes’. Waarom je bepaalde wensen op de ander projecteert, en niet accepteert dat de ander nu eenmaal een ander is.

1 Uit: F.A. Stoett, Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden. W.J. Thieme & Cie, Zutphen 1923-1925 (vierde druk).
2 Zie www.awareparenting.com/twintig.htm

NET-nieuws, februari 2008